Vief en Bowie

Ik koos er niet voor om een hond in mijn leven te hebben, maar ik kreeg die als bonus bij het lief.

Geen hondenmens, zo definieerde ik mij altijd. Ik had dan ook amper zo’n viervoeters van dichtbij gekend en kon enkel maar refereren naar onopgevoede, loslopende exemplaren die me schrik aanjoegen.

En toen kwam Bowie. Een kruising tussen een Dobermann Pinscher en een Jack Russel. Oneerbiedig een kleine, iets minder lange kachelbuis. Mooi om te zien, klare bruine ogen, soms luid en hyperkinetisch (zijn tweede naam is niet voor niets ‘Duracell’).

Bij onze eerste kennismaking ging ik door de knieën om op zijn hoogte te komen en probeerde hem te aaien. Dat ging gepaard met gegrom en een poging om zijn tanden in mijn hand te zetten. So far, so good 😉

Hij had het namelijk niet begrepen op het feit dat ik z’n baasje attaqueerde bij aankomst, lees: ik kwam te dichtbij.

Toen we later gingen wandelen verwonderde ik me van de kracht die de iets meer dan 4 kilo hond had, want hij trok bijzonder aan de leiband.

Dat hij welopgevoed en slim is kon ik ook zien. Direct luisteren naar z’n baasje, stoppen op de plek waar de leiband af mag, weer stoppen aan de bosrand waar hij weer aangelijnd moet worden en de richting aangeven naar de hondenweide waar hij op het gedeelte van de grote honden loopt en daar het meeste lawaai maakt.

Zaten/zitten wij op de bank, dan moest/moet hij erbij, mijn dij is trouwens redelijk favoriet.

bowie op schoot

Dat hij me feilloos aanvoelt, bewees hij op kerstdag. Ik lag met migraine op de bank en hij kwam me precies troosten. Al moest hij me daarbij niet aflikken, want dat vind ik maar vies. Moet hij bij het lief ook niet proberen trouwens.

We zijn nu zover dat hij bij mij thuis zijn mand direct vindt, dat hij erin blijft ’s nachts (mandje gaat mee naar boven) en weet waar zijn voer staat in de keuken. Bij het lief slaapt hij in de leefruimte als ik er ben en laatst ook al eens als ik er niet ben, om dan precies op zoek te gaan ’s morgens naar mij.

Ik mag hem oppakken, hij houdt van een schoudermassage, hij steekt zijn snuit onder mijn hand als hij wil geaaid worden en vraagt met veel enthousiasme aandacht als ik aankom of  ’s morgens opsta.

Al mag ik het baasje nog altijd niet attaqueren, dus mekaar rechtstaand een knuffel geven resulteert nog in geblaf.

Een echte hondenmens zal ik nooit worden, maar Bowie is een tof beestje!

14 reacties

  1. Tal van hondenrassen vind ik prachtig. Maar de meeste honden vind ik tevens veel te aanhankelijk en afhankelijk. In onder meer dat opzicht ben ik een kattenmens, te groten dele omdat ik de zelfstandigheid van die dieren enorm apprecieer.

    Like

  2. Duracell… haha! Maar zoals eerder opgemerkt hier: wacht maar af! Een hond wordt inderdaad deel van je gezin, en zo word je ‘vanzelf’ een hondenmens… Nu Bowie nog het verschil leren tussen attaqeren en knuffelen… 😁

    Like

  3. ik ben ook geen hondenmens…maar vooral niet omdat ik er niet verplicht wil mee gaan wandelen en kak opkuisen. maar op bezoek bij anderen met honden: ja zalig, ze kunnen super leuk en lief zijn en zo mooi vaak

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s